Direct naar artikelinhoud
Reportage

Een duurzame wollen trui uit Baambrugge

Nederland telt 900.000 schapen, vooral gehouden om het vlees. Behalve op een boerderij in Baambrugge, waar zachte scheerwol de basis is voor gebreide truien als alternatief voor snel afgedankte mode.

De krullende vacht van de dieren van The Knitwit Stable zorgt voor wol van zachte en duurzame truien. Op deze foto staan de angorageiten.Beeld Jakob Van Vliet

Reina Ovinge haalt haar vingers door de vacht van haar merinoschapen en meteen wordt duidelijk waarom ze juist dit schapenras houdt op haar boerderij in Baambrugge. Per vierkante centimeter geeft dit schaap veel meer wol dan de gespierde texelaar, het schapenras dat het meest te zien is in de Nederlandse weilanden. “Schapen worden nog vooral voor het vlees gefokt. En voor begrazing.”

De wol van Nederlandse schapen is nogal grof en daarom minder geschikt voor kleding. Ovinge houdt behalve merinoschapen ook angorageiten – nog een dier dat bekend staat om zijn fijne en daardoor zachte wol. Of zoals het heet in vaktermen: de diameter van de vezels blijft beneden het jeukpunt.

Ovinge demonstreert het allemaal op The Knitwit Stable, een boerderij die tegelijk een mini­breifabriek is. Wol van gewone Nederlandse schapen is zelfs waardeloos geworden, vertelt ze in het weiland met uitzicht op de A2 naar Utrecht. Het scheren kost meer dan de wol oplevert. Voor een habbekrats verdwijnt het onder meer naar China, om daar te eindigen in de tapijt­industrie. “Soms laten boeren het zelfs achter langs de kant van de weg. Of de scheerder mag het gratis meenemen.”

Wol legt het tegenwoordig toch al af tegen katoen en synthetische stoffen als polyester en nylon. In de kledingindustrie staat alles in het teken van ‘fast fashion’, over de ruggen van laagbetaalde arbeiders in Azië goedkoop gemaakte mode die niet veel langer dan één seizoen meegaat. Ook voor wollen kleding geldt: de productie is verplaatst naar landen als China of Bangladesh.

Lammetje

Om hun belangstelling te wekken voor het betere breiwerk geeft The Knitwit Stable masterclasses over wol aan onder meer inkopers uit de mode-industrie en Amsterdamse modestudenten. “Hier ontdekken ze: lamswol komt van een lammetje!” zegt Ovinge lachend. Overdreven natuurlijk, maar het geeft maar aan hoe groot de afstand is tussen het maken van kleding en het ontwerpen, wat nog wel in het Westen gebeurt. “Je loop niet even de fabriek in.”

Als tegenwicht voor fast fashion propageert The Knitwit Stable de waarde van de lokaal gebreide trui. Dat valt nog niet mee: na het verdwijnen van de Tilburgse wolindustrie in de jaren tachtig moet de wol uit Baambrugge naar Italië voor het wassen, spinnen en verven. Ovinge hoopt daarom nog eens uit te breiden met een spinnerij en een wasserij. Daar komt bij dat de truien, vesten en omslagdoeken van het eigen merk Trek&Trees een lieve duit kosten: tegen de vierhonderd euro per stuk.

Luxeproduct

Toch is dat de eerlijke prijs, zegt Cathelijne Speller, ook van The Knitwit Stable. “Zie zo’n wollen trui als een luxeproduct. Als je het allemaal goed wilt doen op het gebied van dierenwelzijn en milieu kan zo’n trui niet voor 19,95 in de winkel liggen.”

De schapen beïnvloeden het milieu doordat ze methaan uitstoten en wol verwerken vergt veel water. Daar staat tegenover dat wol uiterst slijtvast is, biologisch afbreekbaar, recyclebaar en te wassen op lage temperaturen.

Het grootste verschil met de reguliere modeproductie: Ovinge en Speller hebben hun hele productieketen in beeld en komen daarom nooit voor verrassingen te staan, of het nou gaat om uitbuiting of milieuvervuiling. Ovinge hamert daarnaast op de eigenschappen van het natuurlijke materiaal. “Iedereen komt er langzaam achter dat in synthetische materialen microvezels zitten waarvan we helemaal niet weten wat de effecten zijn op gezondheid en milieu. We denken eerst aan wat we binnenkrijgen en wat we op ons gezicht smeren. Maar ook in kleding zitten schadelijke verfstoffen en chemicaliën. Terwijl we die op de huid dragen, ons grootste orgaan.”

Gulden middenweg

Deze week stond The Knitwit Stable op de Dutch Design Week in Eindhoven. Dat roept de vraag op of hun werkwijze zich ook leent voor massaproductie. Of zijn de truien die op bestelling worden gemaakt vooral een designgimmick?

Een herkenbaar dilemma, volgens Ovinge. Ze werkte twintig jaar in de mode-industrie en als leverancier haalde ze miljoenen kledingstukken per jaar uit Azië. Maar een grote impact op het gebied van duurzaamheid kon ze daar niet maken, concludeerde ze teleurgesteld. Een geldkwestie: de marges stonden altijd onder druk. Door met een modemerk op haar manier een wollen trui te maken heeft ze de gulden middenweg gevonden, denkt ze. Met het Amsterdamse Joe Merino maakt The Knitwit Stable truien in een grotere oplage.

Ook de trui zelf is een gulden middenweg, gemaakt uit een breisel van grove Hollandse schapenwol en zachte alpacawol. Zodat de kleding toch onder het jeukpunt blijft.

Gulden middenweg
Beeld Laura Van Der Bijl